Nieuwe partner Ben Hammer: “Ik voel me als een vis in het water”
Sinds 1 januari is Ben Hammer medepartner van Common Eye. Ruim vijf jaar werkte hij al als samenwerkingsadviseur bij ons bureau en daarvoor heeft hij zijn sporen verdiend als bestuurder in de regionale politiek en zorg. Medeoprichter en ervaren adviseur Wilfrid Opheij interviewt Ben. Wat zijn Bens drijfveren en waardoor gaat zijn hart sneller kloppen? Een mooi gesprek tussen twee vakmensen.
Ruim een halfjaar geleden polste Wilfrid in een gesprek hoe Ben aankijkt tegen een eventueel partnerschap bij Common Eye. Een gesprek op een terrasje in Hilversum met een schraal zonnetje erbij. Wilfrid is benieuwd hoe Ben daar nu op terugkijkt.
“Het was een mooi gesprek. Zeker omdat jij mij niet de platte vraag stelde: wil jij partner worden, maar zullen we die optie eens samen onderzoeken? Het was een dag voor mijn vakantie dus dat gaf me de kans om er rustig over na te denken. Ik onderzoek zoiets vooral met mijn buik en hoofd. Wat voel en denk ik bij zo’n vraag? En natuurlijk komt daar dan ook de ‘verstandige’ vraag bij: welke verantwoordelijkheid neem ik dan op mij en kan en wil ik dat?”

Wat waren je overwegingen om partner te worden?
“Ik voel me enorm thuis bij Common Eye. Misschien heb ik een wat andere voorgeschiedenis voor ik als adviseur begon. Ik was al 15 jaar bestuurder en toen kwamen jullie min of meer op mijn pad, waarna ik begon aan het nieuwe avontuur van adviseur. Ik voel me enorm thuis bij een gemeenschap van mensen die vanuit een gezamenlijke passie voor samenwerken, Nederland een beetje mooier wil maken. De afgelopen jaren heb ik ontdekt dat ik het vak van samenwerken erg boeiend vind. Het is een jas die mij past en ik voel me er senang bij. En die vijf jaar hebben mij alleen maar versterkt in de gedachte dat ik me graag commit aan het bureau. Dat ik mij wil inzetten waar wij als bureau voor staan. De tijd is rijp meer verantwoordelijkheid te nemen en te helpen bij het verder doorontwikkelen van het bureau.”
Wat ik heel interessant vind aan het adviesvak is dat er verschillende rollen zijn die je kan vervullen: van procesadviseur, procesbegeleider, evaluator, opleider tot boardroombegeleider. Wij vinden jou een echte vakman. Hoe kijk je daar zelf naar? Welke rollen zijn jou op het lijf geschreven?
“Ik ben meer een procesbegeleider dan adviseur. De klassieke adviesrol – wat is je vraag en ik geef advies – daar heb ik minder mee en dat zoeken opdrachtgevers ook niet zozeer bij mij. Ik krijg meer vragen als: wil jij onze gesprekken en ons proces begeleiden? Dat helpt ons om beter met elkaar in verbinding te komen, in de materie te komen om zo in een veilige setting de gezamenlijke belangen en vraagstukken op tafel te krijgen. Die rol gaat mij van nature makkelijker af. Ik voel me als een vis in het water.”
Bestuurlijke dilemma’s
Met jouw bestuurlijke achtergrond in het openbaar bestuur en de zorg zie ik dat een rol als boardroom adviseur jou ook goed ligt. Aan de bestuurlijke tafel de dillema’s afpellen en samen met bestuurders zoeken naar de goede route. Bovendien spreek jij hun taal.
“Zeker. Die rol vind ik ook erg leuk. Veel van de opdrachten waaraan ik werk liggen tegen die bestuurlijke dilemma’s aan. Aan samenwerkingstafels zitten veel bestuurders, maar niet alleen. Ik merk tijdens het persoonlijke contact met bestuurders dat ik dichtbij mag komen en veel vertrouwen krijg. Ik denk dat we dit als adviseurs mogen omdat we de dilemma’s snappen en omdat we niet oordelen. Ook als het gaat om persoonlijke dilemma’s. Het is bijzonder als je een setting kan creëren vanuit rust en vertrouwen. Ik vind het waardevol om mijn tanden hierin te zetten, zodat ik de bestuurder en de samenwerking een stapje verder kan brengen.”
Als we het hebben over dilemma’s kom je ook vanzelf terecht bij maatschappelijke opgaven. Als bureau verbinden we ons daar met overtuiging aan om mede door betere samenwerking Nederland een stukje mooier te maken. Daar staan we voor. Aan welke opgaven wil jij het liefst een bijdrage leveren? Ben, waarvan gaat jouw hart sneller kloppen?
“In algemene zin zijn dat de opgaven die taai en complex zijn. Het is nooit een quickfix. Vaak raken ze meerdere domeinen. Het vraagt langdurige tijd en aandacht van veel diverse partijen. Ik vind het mooi om bij te dragen aan maatschappelijke opgaven die voor de verdere toekomst en voor de volgende generatie van Nederland van belang zijn. Een voorbeeld hiervan is dat ik een aantal opdrachten heb gedaan in de asiel- en migratieketen, een samenwerkingsketen die al jaren complex is met veel partijen, opdrachten, ingewikkelde knelpunten en verschillende belangen. Je ziet daar soms ook nog dat partijen vooral met hun eigen vraagstuk bezig zijn. Ik vind het interessant om met partijen op verschillende niveaus, zowel bestuurlijk als uitvoerend, op zoek te gaan naar antwoorden. Hoe kun je slimmer samenwerken om vraagstukken beter op te pakken? Daarbij signaleer ik soms mijn eigen ongeduld om het anders aan te willen of kunnen pakken, maar snap ik de politiek-bestuurlijke context ook goed.
Dat politiek-bestuurlijke stroomt al van jongs af aan door mijn bloed. Ik ben geboeid door politiek en het democratische proces, hoe taai en stroperig het af en toe ook is.
Verder vind ik alles rondom het thema gezondheid boeiend. Mijn roots en passie liggen in het sociaal domein. Van daaruit ben ik getriggerd om de zorg minder medisch aan te vliegen en meer sociaal. De medische en sociale wereld kunnen nog veel van elkaar leren om zo een kanteling te maken van zorg naar gezondheid. Dit kan door betere samenwerking tussen bijvoorbeeld gemeenten, ministeries en allerlei soorten zorgaanbieders.”
Ik kom nog even terug op het politiek-bestuurlijke. De beeldvorming over bestuurders is niet altijd positief. Je hoort geluiden als: ze lopen professionals in de weg en ze zijn te veel met zichzelf, elkaar en hun eigen belangen bezig. Of: kunnen ze zich niet meer ten dienste stellen van de maatschappelijke opgaves? Denk jij dat ook wel eens?
“Ik zie vooral dat er ontzettend veel bestuurders zijn die het vol passie vanuit de inhoud aanvliegen. En die willen dat hun professionals zo goed mogelijk hun werk kunnen doen. Er is een groot gapend gat tussen de systeem- en leefwereld. Ik merk in mijn werk dat er steeds meer partijen zijn die er van doordrongen zijn dat het anders moet. Maar voor iets verandert, is eerst inzicht nodig in het besef dat het moet veranderen. Bestuurders beseffen zelf ook dat ze onderdeel van het probleem zijn en dat maakt het complex. Openbaar bestuur en bijvoorbeeld zorg en sociaal domein moeten vaker samen aan tafel zitten. Dit biedt de kans om de bestuurlijke paradigma’s beter bij elkaar te brengen. Ga samen vanuit menselijkheid wet- en regelgeving aanpassen, zodat professionals beter hun werk kunnen doen. Ik ben er eigenlijk niet zo somber over, maar het kost tijd. En ja, soms is het bestuurlijk gepraat niet helpend en voor de bühne.
Er zit wel een soort wereldverbeteraar in mij. Vroeger wilde ik Kofi Annan worden, haha. Zonder gekheid, ik denk wel regelmatig: hou op met dit geouwehoer en ga het gewoon doen met elkaar. En daar kan ik als procesbegeleider een rol in spelen.”
Ja mooi! Op een aantal maatschappelijke gebieden zitten we nu in een tijdsgewricht van veranderingen en transitie. Wat betekent dat voor een adviesbureau en voor de adviseur. Wat betekent dat voor routinier als ik en voor de jonge adviseur? Welk beeld heb jij daarbij?
“Daar hoort een bepaalde vooruitstrevendheid bij. Als bureau moet je je blijven ontwikkelen om op de boeg van de golf, de maatschappelijke ontwikkelingen, mee te bewegen. Blijf jezelf uitdagen. En datzelfde geldt voor het vak van samenwerkingsadviseur. Sta nooit stil.
Daarnaast vind ik dat we als bureau moeten weten hoe het gaat binnen diverse domeinen. Als je van samenwerken tussen verschillende domeinen je vak hebt gemaakt, dan moet je van de inhoud van de opgave ook echt wel wat weten. En je mag er best wat van vinden, zeker vanuit samenwerkingsperspectief.
Tot slot vind ik het belangrijk om met de jonge generatie te werken. Als je werkt aan een maatschappelijk opgave met een wat langere horizon die bijdraagt aan wat we de komende jaren belangrijk vinden, hoe gaaf is het dan om juist de generatie die het aangaat aan ons te binden!”
Een gemeenschap van vakidioten
Common Eye als broedplaats voor jong en aanstormend talent die met ons aan die opgaven werken. Om juist ook het denken van die jongeren in ons eigen bureau te hebben. Om niet voor ze te denken maar met ze.
“Precies: het doorontwikkelen van ons bureau als gemeenschap. Een gemeenschap van vakidioten die in- en uitvliegen rondom samenwerken. Een plek voor jong talent en voor oude rotten. Die met en van elkaar leren.”
Ben, we hebben jou ook als partner gevraagd omdat jij door de jaren heen extern positie hebt verworven. Maar ook intern speel je een belangrijke rol. Je bent een smaakmaker, een opleider. Je vindt leuk om met jonge mensen te werken en ze veel verantwoordelijkheid te geven. Kortom: als mens vul je de partnergroep ook geweldig aan. Zelf ben ik erg benieuwd waar jij je op verheugt als het gaat om de komende twee jaar? Wat gaat er veranderen voor jou?
“Common Eye is een relatief jong bedrijf. Er komen mensen bij, er gaan mensen weg. Veranderkundig vind ik dat interessant. Maar het vraagt ook wat van ons als partners. Hoe ga je om met de veranderende gemeenschap? Hoe vang je dit op? En hoe ga je om met nieuwe jonge collega’s. Ik vind het erg belangrijk om ze een goede veilige plek te geven. Hoe geven we ze veel verantwoordelijkheid, zonder ze te laten zwemmen. En een keer struikelen mag ook best want daar leer je het meeste van. En wat is nodig voor iedereen om een stap verder te komen? Ik kijk ernaar uit om hiermee aan de slag te gaan.
En ik vind het interessant om aandacht voor het openbaar bestuur meer een plek te geven in samenwerkingsprocessen. Hoe kijken we vanuit het samenwerkingsperspectief naar de complexe en bijzondere rol van het openbaar bestuur? En hoe kun je de centrale en regionale overheid in een samenwerking meer naast elkaar zetten en niet in een hiërarchische verhouding?”