Search
Close this search box.

>

Bovenbestuurlijke netwerken in primair onderwijs

Opdrachtgever

PO-Raad.

Aanleiding en vraagstuk

Steeds meer besturen in het primair onderwijs verenigen zich in regionale en landelijke netwerken, om samen een oplossing te vinden voor complexe vraagstukken. De PO-Raad zag veel potentie in deze vorm van samenwerken en wilde graag onderzoeken hoe deze netwerken ontstaan, welke behoeftes er leven en hoe de PO-Raad hierin kan stimuleren en ondersteunen. Daarnaast was het voor de PO-Raad interessant om te verkennen welke typen netwerken er eigenlijk bestaan en welke kenmerken onderscheidend zijn. Common Eye, gespecialiseerd in samenwerken binnen netwerken, werd gevraagd om een onderzoek uit te voeren naar deze bovenbestuurlijke netwerken in het primair onderwijs.

Werkwijze

Het ontwerpen van een denkkader om de netwerken in te delen was deel van de opdracht. Allereerst werd gekeken naar kenmerken waarin netwerken van elkaar kunnen verschillen. Met een enquête werden vertegenwoordigers van 24 bovenbestuurlijke netwerken bevraagd op negen dimensies. Zo was één as de mate waarin het netwerk formeel is georganiseerd. De vertegenwoordigers konden vervolgens een score geven op een as van 0 = informeel tot 10 = formeel. Andere dimensies waren bijvoorbeeld de scope van smal tot breed en regie van alle deelnemers tot één duidelijke regisseur.

Vervolgens zijn de resultaten geanalyseerd en hebben we matrices gemaakt, van telkens twee assen. Een zo’n matrix zie je hieronder, met op de ene as ‘mate van doelgerichtheid’ en de andere as ‘vorm van regie’. Deze matrix is om meerdere redenen interessant. Een van de redenen is dat assen een combinatie zijn van governance (regie) en inhoud (doelgerichtheid).

Daarna is per kwadrant één netwerk geselecteerd waarmee interviews zijn gevoerd. Dat leidde tot meer inzicht op de assen en de vier kwadranten. 

Matrix PO-Raad

Ondanks de beperkte opzet en omvang van het onderzoek kwam uit de analyse een aantal patronen naar voren. Deze patronen zijn interessant en relevant voor iedereen die in bovenbestuurlijke netwerken actief is, omdat ze helpen bij het reflecteren op de vraag of het doel en de vorm van het netwerk (nog steeds) passend zijn. Zo blijkt dat netwerken met concrete doelstellingen vaak relatief formeel georganiseerd zijn. En dat informele bovenbestuurlijke netwerken vaak een brede scope hebben: ze bieden een platform om meerdere onderwerpen te bespreken.

De PO-Raad reageerde positief op de opbrengsten en zal op basis hiervan het gesprek aangaan met partijen uit het veld. Door met de vertegenwoordigers van netwerken in gesprek te gaan over de bevindingen wordt de inhoud verder verrijkt en kan gezamenlijk gewerkt worden aan concrete handvatten voor het opstarten, vormgeven en begeleiden van netwerken. Op deze manier kan een bijdrage worden geleverd aan de doorontwikkeling van bovenbestuurlijke netwerken in het primair onderwijs.

Reflectie

Deze opdracht was interessant, omdat het ervaringen en inzichten uit de praktijk ophaalde én tegelijkertijd bouwde aan een conceptueel kader om naar bovenbestuurlijke netwerken te kijken. Met zeer diverse netwerken als onderzoeksobject is het interessant om te zien hoe gedurende het onderzoek rode draden zichtbaar werden. Ieder netwerk kent een eigen geschiedenis en ontwikkeling met bijbehorende uitdagingen, wat maakt dat op zijn tijd reflectie en evaluatie nodig is. Het is waardevol om samen na te denken over hoe deze netwerken versterkt kunnen worden.   

Duur traject

September 2021 tot januari 2022.

Betrokken adviseurs

Esther Klaster en Ruben van Wendel de Joode. 

Op zoek naar een verbetering van jouw samenwerking?