Zoeken
Sluit dit zoekvak.

>

Samenwerking binnen een passend onderwijsregio

Samenwerkende organisaties

Een regionaal samenwerkingsverband passend onderwijs, bestaande uit negentig basisscholen, ondergebracht in 13 lokale samenwerkingsverbanden (‘knooppunten’).

Vraagstuk

Met de landelijke invoering van de Wet passend onderwijs in 2014 wilde de overheid dat elk kind passend onderwijs ontvangt, zoveel mogelijk binnen het regulier onderwijs. Daarop organiseerden negentig basisscholen in de regio zich in verschillende ‘knooppunten’ om elk kind passend onderwijs te kunnen bieden. Na een aantal jaar was het tijd om terug te blikken: hoe verloopt de samenwerking binnen de knooppunten? En hoe kunnen we de samenwerking verder optimaliseren?

Oplossing

Niets is leerzamer dan samenwerkingsverbanden zichzelf te laten evalueren. Op die manier doen zij gezamenlijk inzichten op, werken zij aan hun onderlinge samenwerking en formuleren zij zelf verbeterstappen, wat het commitment ten goede komt. Common Eye begeleidde de 13 bijeenkomsten. Bij de zelfevaluatie hielp het Common Eye-model: hoe functioneert de samenwerking bekeken vanuit de vijf condities? Ook werd in iedere bijeenkomst tijd besteed aan een specifieke vraag of behoefte uit het knooppunt zelf: bijvoorbeeld het in kaart brengen van het grotere netwerk (‘rond welke tafels komen wij elkaar allemaal tegen?’), het oefenen van een belangengesprek met potentiele samenwerkingspartners als gemeente of jeugdzorg, of het spelen met interventiekaarten om concrete verbeteracties te bedenken.

Het model legde veel bloot. Als scholen verplicht bij elkaar worden gezet, is niet altijd duidelijk wat men met elkaar deelt en wat de gezamenlijke ambitie is. Gaat het bijvoorbeeld enkel over passend onderwijs, of over de gehele onderwijskwaliteit? Richten we ons rechtstreeks op (zorg)leerlingen of juist op leerkrachten? Willen we vooral kennis uitwisselen of echt gezamenlijke projecten en initiatieven starten? Belangen zijn soms bekend, maar vaak zijn er ook aannames over en weer en worden belangen niet altijd expliciet met elkaar gedeeld. In veel knooppunten verliep de samenwerking positief. Maar er waren ook uitdagingen. Een belangrijk punt was het gevoelde verschil in urgentie: sommige onderwerpen waren voor de ene school urgenter dan voor een ander. De impliciete aanname dat ‘we alles samen moeten doen binnen ons knooppunt’ zorgde voor vertragingen en afnemende motivatie. Ook ging energie verloren aan onduidelijkheden over mandaat en budgetten.

Opgeleverd

Deze en andere uitkomsten vormden de basis van een rapport dat in september 2017 werd gepresenteerd aan het bestuur en het uitvoeringsbureau van de regio. Daarnaast werden de bevindingen gedeeld met alle schooldirecteuren op een directeurendag en werd er samen met hen een prioritering aan de aanbevelingen gegeven. Een van de kernadviezen in het rapport was het stimuleren van het werken over knooppuntsgrenzen heen: zorgen dat scholen die echt iets willen met een bepaald onderwerp met elkaar aan de slag kunnen gaan, ongeacht hun geografische locatie.

Betrokken adviseurs

Esther Klaster, Edwin Kaats en Tim Dees.

Duur traject

December 2016 tot september 2017.

Zoek jij een passende oplossing voor jouw samenwerkingsvraagstuk?