Niets is leerzamer dan samenwerkingsverbanden zichzelf te laten evalueren. Op die manier doen zij gezamenlijk inzichten op, werken zij aan hun onderlinge samenwerking en formuleren zij zelf verbeterstappen, wat het commitment ten goede komt. Common Eye begeleidde de 13 bijeenkomsten. Bij de zelfevaluatie hielp het Common Eye-model: hoe functioneert de samenwerking bekeken vanuit de vijf condities? Ook werd in iedere bijeenkomst tijd besteed aan een specifieke vraag of behoefte uit het knooppunt zelf: bijvoorbeeld het in kaart brengen van het grotere netwerk (‘rond welke tafels komen wij elkaar allemaal tegen?’), het oefenen van een belangengesprek met potentiele samenwerkingspartners als gemeente of jeugdzorg, of het spelen met interventiekaarten om concrete verbeteracties te bedenken.
Het model legde veel bloot. Als scholen verplicht bij elkaar worden gezet, is niet altijd duidelijk wat men met elkaar deelt en wat de gezamenlijke ambitie is. Gaat het bijvoorbeeld enkel over passend onderwijs, of over de gehele onderwijskwaliteit? Richten we ons rechtstreeks op (zorg)leerlingen of juist op leerkrachten? Willen we vooral kennis uitwisselen of echt gezamenlijke projecten en initiatieven starten? Belangen zijn soms bekend, maar vaak zijn er ook aannames over en weer en worden belangen niet altijd expliciet met elkaar gedeeld. In veel knooppunten verliep de samenwerking positief. Maar er waren ook uitdagingen. Een belangrijk punt was het gevoelde verschil in urgentie: sommige onderwerpen waren voor de ene school urgenter dan voor een ander. De impliciete aanname dat ‘we alles samen moeten doen binnen ons knooppunt’ zorgde voor vertragingen en afnemende motivatie. Ook ging energie verloren aan onduidelijkheden over mandaat en budgetten.