Deelnemers kunnen zich met een netwerk identificeren, als het aansluit bij datgene wat ze willen én hoe ze dat willen bereiken. Dit noemen we de identiteit van het netwerk. De identiteit van het netwerk trekt aan, verbindt en versterkt het netwerk. Identiteit staat aan de basis van de verbinding binnen het netwerk en draagt daarmee bij aan de verschillende uitkomsten die de deelnemende actoren van het netwerk met elkaar voortbrengen.
Om erachter te komen wat de identiteit van een netwerk is, gebruiken wij drie elementen: passie, positie en opgave.
Passie
Mensen en organisaties nemen deel aan netwerken omdat ze zich herkennen in het netwerk en omdat het past bij datgene waar ze voor staan en hoe ze dat willen bereiken. Met andere woorden, het gaat om ‘waarom’ we er zijn en ‘hoe’ we ervoor zorgen dat we bereiken waar we voor staan. We weten hoe belangrijk het ‘waarom’ is als we kijken naar hoe organisaties mensen binden en motiveren om een bijdrage te leveren.
De bedoeling, het waarom, de ideologie, het zijn allemaal elementen die een groep een onderscheidende identiteit kunnen geven. Voor netwerken is dit nog belangrijker, actoren hebben een gezamenlijke passie nodig om verbonden te willen zijn. Wij zien bij netwerken het waarom vaak tot uiting komen rond dit type vragen: Welk gedeeld thema geeft ons energie? Welke waarden en normen delen we? Welke gedeelde overtuiging brengt ons bij elkaar?
Positie
Een identiteit ontstaat op het snijvlak tussen buiten en binnen. Vanuit de interactie met de buitenwereld zie je soms pas wat het netwerk echt kenmerkt en onderscheidt. De identiteit kan daarmee niet los gezien worden van de context van het netwerk en de positie die deelnemende actoren innemen binnen die context. Werken ze allemaal in dezelfde sector, hetzelfde domein, werkveld? Zijn ze allemaal van eenzelfde orde van grote? Delen ze allemaal een bepaalde verantwoordelijkheid? Werken ze allemaal met een bepaalde leverancier?
Veel netwerken ontstaan omdat actoren elkaar zó vaak tegenkomen, dat ze behoefte krijgen om bepaalde dingen te gaan afstemmen en beter te regelen door het maken van afspraken. Bijvoorbeeld, een aantal gemeenten in een bepaalde regio, dat elkaar telkens weer tegenkomt rondom een aantal regionale vraagstukken. Actoren kunnen ook verbonden zijn doordat ze zich onderscheiden door bepaald gedrag, een gezamenlijke stijl van werken.
Opgave
Identiteit hangt ook samen met wat actoren willen bereiken met het netwerk: de gezamenlijke opgave. Je komt achter de gezamenlijke opgave door vragen te stellen als: Welke gemeenschappelijke doelen hebben we? Welke impact streven we samen na? Netwerken waarin een duidelijk vraagstuk of een duidelijke oplossing centraal staat, noemen we opgavegericht netwerken.
Veel organisaties werken aan complexe opgaven die vragen om een integrale aanpak. Complexe vraagstukken zijn meervoudige opgaven die in samenhang met andere opgaven moeten worden aangepakt. Er is geen logische oorzaak-gevolgrelatie en daarom moeten meerdere actoren bewegingen brengen. Niet het werk van één organisatie aan één opgave staat centraal, maar de opgave moet in een groter verband (netwerk) worden bekeken.
Beelden van buiten
Een andere manier om beter zicht te krijgen op de identiteit van je netwerk is door te onderzoeken hoe anderen naar je kijken. Vaak geven buitenstaanders een duiding van wat je onderscheidt, hoe je functioneert en hoe je overkomt.
Start met het ophalen van beelden bij minimaal zes partijen van buiten het netwerk, bijvoorbeeld via interviews, vragenlijsten, verhalen of cartoons. Denk aan partijen met wie het netwerk af en toe te maken heeft, zoals stakeholders, afnemers of zelfs concurrenten.
De uitkomsten bespreek je met de kerngroep van je netwerk:
- Wat zegt dit over onze identiteit?
- Wat herkennen we hierin?
- Wat is nieuw voor ons?
Dit is geen evaluatie. Je zult waardevrij in gesprek moeten bij het ophalen van de beelden. Je wilt een open gesprek en een goede weergave van hoe buitenstaanders tegen het netwerk aankijken. Binnen de kerngroep is een neutrale terugkoppeling van belang. Het gaat niet om goed of slecht. Het gaat om de beelden die je terugkrijgt. Wat zeggen die over het netwerk?
Wil je meer weten over het werken in en met netwerken?
Op basis van hun ervaringen als procesbegeleider, adviseur en deelnemer hebben Common Eye-adviseurs Nikki Willems en Edwin Kaats – samen met Renee Linck – een boek geschreven over het effectief werken in én met netwerken. Je kunt het boek hier bestellen of een aantal pagina’s inzien.