Zoeken
Sluit dit zoekvak.

Samenwerking in het onderwijs

Netwerken zijn de afgelopen jaren een steeds belangrijkere plaats in gaan nemen bij samenwerking in het onderwijs. In alle sectorakkoorden (po, vo, mbo, hbo en wo) wordt het belang van samenwerking benadrukt of staat het zelfs centraal. Samenwerking met collega-scholen in de regio, met toeleverend en vervolgonderwijs, met (voortgezet) speciaal onderwijs, met lerarenopleidingen, met bedrijven, gemeenten, onderzoeks-, sport- en cultuurinstellingen. Met deze partijen zijn tal van netwerken ontstaan, veelal met een regionaal karakter.

Samenwerking in het onderwijs

De uitdagingen waar het onderwijs voor staat trekken zich vaak weinig aan van organisatiegrenzen. Of het nou gaat om het hebben van voldoende en goed gekwalificeerde leraren, het zorgen voor een optimale aansluiting met aanleverend of vervolgonderwijs of het bedrijfsleven, het bieden van een uitdagend onderwijsaanbod aan leerlingen met specifieke talenten en ambities, het omgaan met teruglopende leerlingaantallen in krimpregio’s: de kern is dat scholen met elkaar en andere partners moeten samenwerken om aan deze uitdagingen het hoofd te bieden.

Samenwerking in het onderwijs: de vraagstukken

De vraagstukken in het onderwijs laten zich niet oplossen door een eenmalige oplossing. Professionalisering van docenten, het stimuleren van bèta en techniek, of het terugdringen van voortijdig schoolverlaten vragen dat partijen elkaar regelmatig ontmoeten en zich voor langere tijd op een relatief losse manier met elkaar samenwerken. De juiste samenwerkingsvorm zorgt ervoor dat partijen met elkaar een vraagstuk vanuit alle invalshoeken bekijken. Geen centrale regie dus, maar de wijsheid van de groep.

Samenwerking in het onderwijs: netwerken

Je zou kunnen zeggen dat hoe complexer het vraagstuk is, hoe meer en hoe meer verschillende partners je nodig hebt om dat vraagstuk het hoofd te bieden. Een netwerk is vaak een voor de hand liggende organiseervorm wanneer je te maken hebt met een relatief groot aantal diverse partijen. In de benodigde diversiteit schuilt iets paradoxaals: het ‘anders zijn’ maakt een partij tot een interessante partner. Maar tegelijkertijd maakt dat ‘anders zijn’ de samenwerking ook complex en zorgt het ervoor dat we elkaar nooit echt helemaal begrijpen – waardoor spraakverwarring op de loer ligt.

Netwerken bieden dus kansen en beloften om complexe vraagstukken die meerdere partijen raken, waar geen logische, eenduidige ‘probleemeigenaar’ aan te wijzen is en die vragen om een langetermijnbenadering, bij de kop te pakken. Daarmee zijn netwerken nodig, maar niet gegarandeerd een succes.

De valkuilen van een netwerk

Traditioneel hebben we bij ‘netwerken’ vaak de associatie van spontane, horizontale en ongerichte netwerken, waar weinig aan te sturen of organiseren valt. Echter, aan netwerken kun je wel degelijk werken. Om de kans op succes zo groot mogelijk te maken is het belangrijk om de valkuilen bij het werken in netwerken te herkennen en te weten aan welke knoppen je kan draaien.

In onze whitepaper Netwerken in het onderwijs wordt steeds belangrijker introduceren wij deze drie valkuilen en bieden wij per valkuil een aanpak om hiermee om te gaan. De whitepaper is hier te downloaden.