Zoeken
Sluit dit zoekvak.

Kenmerken voor een samenwerkingsvraagstuk

Elk samenwerkingsvraagstuk kent enkele kenmerken die altijd aan de orde zijn. Deze kenmerken horen bij samenwerkingen die over de grenzen van organisaties heen gaan. De kenmerken kunnen niet opgelost of geëlimineerd worden. Het gaat erom dat je ze herkent, erkent en hanteert.

De volgende vijf kenmerken komen aan de orde bij samenwerkingsvraagstukken over de grens van organisaties heen:

1. Een grote mate van wederzijdse afhankelijkheid

Ieder van de partijen moet een deel van zijn autonomie opgeven in het vertrouwen dat je er meer voor terugkrijgt. Dit is vaak een grote opgave en vooral een kwetsbaar proces. Juist omdat bestuurders en managers het moeilijk vinden autonomie op te geven, kunnen ze in de verleiding komen om het proces te frustreren in plaats van te stimuleren. Partijen realiseren dan vaak dat ‘ze niet zonder, maar ook niet met elkaar kunnen’. Als gevolg van deze interdependentie ontstaat er een complex spel van omgaan met verschillende partners, vorming van coalities, partnerkeuze en positiespel.

2. Een onduidelijk machtscentrum

In omgevingen waar meerdere partijen de sleutel tot oplossing in handen hebben, maar geen partij dit alleen kan oplossen, is er altijd sprake van onduidelijkheid over het machtscentrum. De vraag wie er aan de touwtjes trekt kan niet eenduidig worden beantwoord: macht is over meer partijen verdeeld, partijen ontlenen macht aan verschillende bronnen, en macht en invloed worden op uiteenlopende manieren en volgens verschillende stijlen uitgeoefend. De macht van partijen wordt vaak onderschat. Waarschijnlijk omdat macht niet altijd goed zichtbaar is. Het is dan zaak om de verdeling en toepassing van macht te leren lezen. Want vaak blijft ieder van de partners autonoom en kan uiteindelijk tot eigen afwegingen komen. 

3. Een grote mate van wederzijdse afhankelijkheid

Als partij ben je gefascineerd door de ander omdat deze je helpt jezelf te ontdekken. Aan de andere kant is er ook angst omdat je bang bent dat de ander een bedreiging kan vormen. Deze paradox creëert ambiguïteit. De werkelijke basis voor samenwerking wordt juist gevormd door de verschillen tussen partijen. Die verschillen maken de samenwerking aantrekkelijk, want de ander heeft iets te bieden wat jij minder hebt. Naarmate je meer op de andere partij gaat lijken, is er minder spraakverwarring, maar als je veel overeenkomsten hebt kan dat ook een basis voor competitie zijn. De kans op competitie wordt groter naarmate samenwerkende partijen zich meer op hetzelfde terrein bewegen. Het is altijd een zoektocht naar de passende partners gericht op de doelstelling in de verandering.

4. Gesplitste loyaliteit

Mensen die meedoen in de samenwerking voelen verschillende loyaliteiten. Aan de ene kant engageren zij zich aan de samenwerking en de partijen waarmee ze samen aan de slag gaan. Aan de andere kant is er voortdurend de aandacht en betrokkenheid vanuit de eigen organisatie. De samenwerking kan iets anders vragen dan de eigen organisatie. Belangen kunnen uiteenlopen, wat leidt tot een voortdurende spagaat. Deze spagaat doet een groot beroep op de vaardigheden van de spelers. Belangrijke competenties hierbij zijn omgaan met het belangenspel, wisselende doelen en ambiguïteit. Stakeholdermanagement
is hierin een belangrijke factor.

5. Een grote mate van wederzijdse afhankelijkheid

In omstandigheden waarin meerdere partijen met elkaar moeten samenwerken, wordt gezamenlijk een nieuwe werkelijkheid gecreëerd. Als je start met een samenwerking met een nieuwe partner of in een nieuw netwerk, ontbreekt een gemeenschappelijk referentiepunt. Dat is anders bij een verandering binnen één organisatie. Dan heb je al een gemeenschappelijke geschiedenis. Een samenwerkingsverband vertrekt als het ware vanuit het niets en in het begin zijn er slechts een betekenisvolle relatie en een kwetsbaar proces. Dit is een complex proces, niet alleen omdat partijen samen een vraagstuk en oplossing moeten formuleren en samen betekenis aan een kans in de markt moeten geven, maar ook omdat de enige basis die ze daarvoor hebben gelegen is in de onderlinge relaties en interactie. Het is telkens de uitdaging om verschillende belangen en ambities samen te brengen tot een gemeenschappelijk gedragen opvatting over (oplossingen van) de gezamenlijke problemen.

Kenmerken samenwerking

Deze kenmerken van samenwerking leiden onvermijdelijk tot spanningen en soms gedoe. Zoals gezegd, de kenmerken van een samenwerking kunnen niet opgelost of geëlimineerd worden. Het gaat er juist om dat de partijen in dit type samenwerkingsverband ze herkennen, erkennen en hanteren.

En bij dat hanteren helpen de condities voor kansrijke samenwerking.