Search
Close this search box.

Hoe toon jij leiderschap in een samenwerking?

In de training Leiderschap in samenwerken leer je hoe je kan interveniëren

Herken jij het? Je zit middenin een samenwerking en er zit geen vaart in of het loopt anders dan gedacht. Partijen komen afspraken niet na omdat ze vanuit hun organisatie andere belangen hebben. Er is onvrede over de verschillende verwachtingen. Onze tweedaagse training Leiderschap in samenwerken biedt jou handvatten om weer beweging in de samenwerking te krijgen. Lees meer over wat je van de training mag verwachten.

De training Leiderschap in samenwerken springt in op samenwerkingen en netwerken over de grenzen van de organisatie heen. Als deelnemer krijg je handvatten om de samenwerking beter te begrijpen hoe jij op dat moment het beste kan handelen om er weer beweging in te krijgen.

Voor wie is de training vooral interessant en waarom?
Mensen die te maken hebben met (complexe) samenwerkingsverbanden. We onderscheiden twee rollen. Je hebt een leidende rol en bent netwerkleider, projectleider of kwartiermaker. Of je zit vanuit je functie regelmatig aan een samenwerkingstafel, maar je hebt geen leidende rol. Ook vanuit die rol ben je op zoek naar meer regie en impact.
De deelnemers komen uit allerlei sectoren en juist dat maakt het interessant. Door de uitwisseling van ervaringen uit verschillende branches leren de deelnemers veel van elkaar. Ook ga je werken met je eigen casuïstiek.

Wat zijn de belangrijkste leerdoelen van de training en hoe praktisch is de training?
Ons doel is dat de deelnemers direct met de kennis aan de slag kunnen. Uiteraard krijg je een theoretische basis. Vervolgens gaan we snel aan de slag met je eigen praktijk. Hoe kunnen modellen je houvast geven in je eigen casuïstiek en wat vraagt dit van jou aan persoonlijk handelen? Dit doen we aan de hand van het Samenwerkingsmodel van Common Eye.
In de training vergroot je je handelingsrepertoire, leer je hoe je kunt interveniëren in een samenwerking en werk je aan je persoonlijke leiderschap. In feite zijn er drie stappen: weten, begrijpen en toepassen.

Loopt het stroef? Weet dan hoe je vanuit jouw positie het gezamenlijke gesprek opent en anderen uitnodigt om eraan deel te nemen

Een samenwerking kent geen hiërarchie. Daarom draait het om persoonlijk leiderschap. Kan iedereen werken aan z’n eigen leiderschap?
Ons uitgangspunt is inderdaad dat er geen hiërarchie is in een samenwerking. Dat doet een groot beroep op ieders leiderschap. Daarvoor is geen blauwdruk en ziet er voor iedereen anders uit. Als jij weet hoe het er voor jou uitziet, kun je dit ook bewust inzetten. Daarom stellen we vragen als: welke waarde voeg je toe? Hoe pak je regie? Durf je de plek der moeite op te zoeken, lastige gesprekken aan te gaan en hoe doe je dat? Tijdens de training ervaar je dat iedereen een bijdrage heeft. Samenwerken is een collectief proces. Loopt het stroef? Weet dan hoe je vanuit jouw positie het gezamenlijke gesprek kan openen en anderen uitnodigt om eraan deel te nemen.

Met welke ontwikkelingen en veranderingen hebben we de laatste tijd te maken in samenwerkingen?
Om maatschappelijke vraagstukken op te lossen is het niet meer de vraag of een samenwerking nodig is, maar hoe de samenwerking kan bijdragen aan een goede oplossing. We zien een verschuiving van kleinere allianties naar complexe netwerken en samenwerkingsverbanden. We kunnen er niet meer omheen: er wordt steeds meer maatschappelijke waarde gecreëerd in deze netwerken. De training geeft jou handvatten om een samenwerking en de rollen daarin te doorgronden om vervolgens te kunnen handelen.

Trainingsdata

De volgende training Leiderschap in samenwerken is op 11 en 12 juni 2024. Wil je meer weten? Klik hier.

 

Sparren met trainer Reinanke Haagsma?

Reinanke Haagsma Common Eye

5 vragen aan Esther Klaster

Wie zijn de mensen achter ons bureau? Maak kennis met Esther Klaster. Ruim 10 jaar zit zij in het adviesvak. Esther mag zich gerust specialist noemen in regionale samenwerkingen in het onderwijsdomein. In haar vrije tijd is ze graag bezig met moestuinieren. Wil je meer weten over Esther? Ze geeft antwoord op enkele vragen.

Esther Klaster werkt zeven jaar bij Common Eye en richt zich op de onderwijssector, van primair tot hoger onderwijs. In het onderwijs spelen grote maatschappelijke vraagstukken. Denk aan leerlingendaling, lerarentekorten en kansgelijkheid. Een school(bestuur) kan deze vaak ingewikkelde vraagstukken niet alleen oplossen. Dit vraagt om regionale samenwerking.

Het is geen toeval dat Esther zich vooral inzet voor regionale samenwerkingen in het onderwijsdomein. In 2015 is ze cum laude gepromoveerd op haar proefschrift over regionale netwerken op de beleidsterreinen onderwijs en arbeidsmarkt. Daar heeft ze nog altijd profijt van vertelt ze: “Mijn onderzoek richtte zich onder meer op overlappende regionale samenwerkingen. In de praktijk is het vaak een lappendeken aan samenwerkingsinitiatieven. Het is de kunst om al die samenwerkingen goed in kaart te brengen en slim te verbinden; wat zijn de uitdagingen en hoe kunnen we de krachten bundelen in een onderwijsregio?”

Was het adviesvak een bewuste keuze en wat spreekt jou daarin aan?
“Al in het tweede jaar van mijn studie kreeg ik de opdracht een fictief adviesbureau op te richten met alles wat daarbij komt kijken. Dat vond ik zó leuk dat ik toen al wist dat ik het vak in wilde. Ik haal er voldoening en inspiratie uit om in verschillende contexten bezig te zijn. Je leert om vanuit meerdere perspectieven, over de sectoren heen, naar een vraagstuk te kijken en met een aanpak te komen. Dat biedt meerwaarde.”

Heb jij naast de onderwijsmarkt nog andere specialismes?
“Naast de ‘zachte’ kant van procesbegeleiding houd ik me ook bezig met netwerkanalyses. Dat is een kwantitatieve manier om netwerken in kaart te brengen en te visualiseren. Door netwerkdata te analyseren, kun je waardevolle informatie boven tafel halen en in beeld brengen, zoals welke subgroepen er zijn binnen een organisatie- of regionaal netwerk en welke personen of partijen een brugfunctie vervullen tussen die subgroepen. Ook kun je in beeld brengen hoe overlappende netwerken onderling met elkaar vervlochten zijn: je maakt als het ware het metanetwerk expliciet.”

Lachend voegt Esther toe: “In trainingen gebruik ik een vaak een netwerkvisualisatie van mijn eigen geitenkudde. Op basis van dat voorbeeld verkennen we de principes van de sociale netwerktheorie: wat kunnen we hiervan leren en hoe kunnen we dit toepassen in onze eigen samenwerkingspraktijk?”

Esther
Esther Klaster

“Het onderwijsstelsel pas je niet zomaar aan. Oplossingen kunnen we wel bedenken maar welke stappen zet je daarin, is er voldoende vertrouwen en hoe krijg je stakeholders mee?”

Waarom werk je bij Common Eye?
“Ons werk gaat altijd over samenwerken. Voor mij is het de perfecte combinatie van advieswerk en inhoudelijk samenwerken. Daarnaast vind ik het gaaf dat we als bureau het samenwerkingsvak verder brengen door onze kennis te delen via onze boeken, spellen, tools en materiaal dat we in ons werk gebruiken. Dit maakt het mogelijk te reflecteren op je vak.”

Waar liggen volgens jou de grootste uitdagingen in je werk?
“Het onderwijsstelsel is niet per se gericht op samenwerkingen. Denk aan financiering of beoordeling. Die zijn gericht op scholen, besturen en sectoren. Maar de uitdagingen, zoals de eerder genoemde maatschappelijke vraagstukken, zijn te groot om ze als school of bestuur in je eentje op te lossen. Het stelsel pas je niet zomaar aan. Hoe kunnen we daarom de beste condities creëren voor een samenwerking? Oplossingen kunnen we wel bedenken maar welke stappen zet je daarin, is er voldoende vertrouwen in elkaar en hoe krijgen we stakeholders mee? De uitdagingen zitten hem vaak op het vlak van samenwerken. Het is fijn om daar een bijdrage aan te kunnen leveren.”

Vertel iets over jezelf wat (bijna) niemand weet.
Daarover hoeft Esther niet lang na te denken: “Ik ben fervent moestuinier! In mijn vrije tijd werk ik aan een moestuinboek dat dit najaar verschijnt. Voor Buitenleven Magazine schrijf ik columns en ik geef workshops over moestuinieren en conserveren van voedsel. Af en toe herkennen klanten mij van Eigen Huis & Tuin waaraan ik een enkele keren heb meegedaan. Maar ik vind het vooral heerlijk om op onze miniboerderij met kippen, geiten en de eetbare tuin m’n hoofd leeg te maken. Een mooie afwisseling met mijn werk.”

Procesregie: van ambitie naar realisatie

Handreiking 7 voor betere samenwerking in het IZA

Het laatste artikel van een reeks over samenwerken in het IZA, het Integraal Zorgakkoord. Als de organisatie van een samenwerking staat, ben je er nog niet. Want hoe kom je van ambitie tot realisatie? Belangrijk is dat er een goed proces is. Dit vraagt onder meer om een procesontwerp, een procesregiehouder en een planning. Een goede procesregie draagt bij aan het uiteindelijke doel: het leveren van kwalitatieve zorg die voor iedereen toegankelijk is die het nodig heeft. Wat is nodig om te komen tot een goed proces?

In ons vorige artikel gingen we in op ‘organiseren’ en daarmee ook het toepassen van het procesmodel, met daarin duidelijke processtappen over hoe je de samenwerking kan organiseren: Hoe zet je een organisatie voor een samenwerking op touw? Maar daarmee ben je er nog niet. Want wie gaat de ambitie tot realisatie brengen? Wat vraagt dit van welke betrokkenen? Waarover gaat wie wanneer in gesprek? Hoe houden we de vinger aan de pols? Voor een deel staan de antwoorden op deze vragen in een actieplan en in de gemaakte spelregels. Het is daarmee niet gezegd dat ze werkelijk worden uitgevoerd of nageleefd. Dit moeten we organiseren in een proces.

Uittekenen proces
In een samenwerking zoals het IZA is het uittekenen van een proces essentieel. Door de vaak grote hoeveelheid aan partijen en betrokkenen is alleen het uittekenen van het proces onvoldoende. Het proces moet georganiseerd worden en daarvoor is procesregie met een eigenaar vaak rand-voorwaardelijk. In deze bijdrage lichten we toe welke met name operationele ingrediënten in ieder geval een plek krijgen in het procesontwerp van je samenwerking. Om zo de kans van slagen te vergroten.

Waar gaat een proces over?
Laten we bij het begin beginnen, wat is een proces? De Dikke van Dale stelt:

pro·ces (het; o; meervoud: processen)

1 (juridisch) geschil tussen twee of meer partijen, dat aan de rechter wordt voorgelegd; geding, rechtszaak

2 het achter elkaar komen van de verschillende fasen van een ontwikkeling, verloop, ontwikkelingsgang

Onze focus ligt op de definitie van punt 2. Als we spreken over proces, dan spreken we over zowel de voortgang van de inhoud van de samenwerking als de manier waarop we samenwerken. Simpelweg geeft een goed proces antwoord op de volgende vragen:

  • Waarom is een proces noodzakelijk en wat is nodig? (ambitie)
  • Hoe kunnen we de juiste dingen op het juiste moment doen? (acties en timing)
  • Wanneer en hoe komen we op een goede manier in gesprek en tot overeenstemming? (afspraken)
  • Wie heeft welke rol? (actiehouders)
  • Wie heeft de procesregie? (voorzitter of procesbegeleider)

Aandacht voor het proces gaat over de vinger aan de pols houden in de samenwerking. Partijen verbinden zich gemakkelijker aan het proces wanneer duidelijk is wat de gezamenlijke opgave is in inhoudelijke zin, waar het vraagstuk begint en eindigt, en wat wel en niet tot de scope van het proces behoort.

De omvang van het IZA vraagt niet om een doorgeschoten vergadercultuur, maar om een actiecultuur die we ons soms nog eigen moeten maken 

Een goede samenwerking vraagt een goed proces

‘Just don’t rush the process but trust the process’
Procesvertrouwen is een voorwaarde van een goed proces. Soms kost het proces meer tijd dan dat je met elkaar had verwacht. De natuurlijke neiging ontstaat dan om het proces los te laten. Zeker als het gewenste resultaat uitblijft is het een bekend fenomeen. Wie eenmaal iets afspreekt wil resultaat zien en het werkt frustrerend als dit resultaat achterblijft terwijl er nog een hoop werk ligt. Dat je acties niet van de actielijst kan wegstrepen, betekent niet dat er niets gebeurt. Lees hier meer over procesvertrouwen en hoe je dit kan organiseren: Procesvertrouwen in samenwerkingsverbanden: de 4 domeinen.

Wij horen regelmatig van zorgprofessionals dat het IZA niet aansluit bij de dagelijkse praktijk. Beleidsbepalers zeggen dat de professionals het belang van de afspraken niet doorvoelen. Het blijft van belang om te blijven uitleggen waarom, hoe en door wie, wat gedaan wordt om resultaten te bereiken. Eén ding geven we mee: het (samenwerkings)proces doorlopen is niet alleen maar leuk. Maar we zijn ervan overtuigd dat een goed proces wel noodzakelijk is.

Het organiseren van het proces
Wie herkent het niet: projectvoorstellen, implementatieplannen, het opstellen van programmaomschrijvingen; er gaat veel tijd in zitten en na een jaar kijkt niemand er meer naar. Over het algemeen hoor je in procesreflecties eerder ‘we hebben elkaar te weinig gezien’ dan ‘we hebben onze scope niet behouden’.

Vooral in spannende, opgelegde en nieuwe samenwerkingen komt uit de evaluatie regelmatig naar voren dat het proces aandacht vraagt. Onduidelijke rol- en taakverdeling rondom acties, de regie en het organiseren van het goede gesprek zijn aandachtspunten. Het organiseren van een goed proces vraagt om twee belangrijke bouwstenen: de procesregiehouder en een planning:

  • Regiehouder en procesregisseur: de meeste IZA-tafels en -samenwerkingsverbanden vragen om een regiehouder. Deze houdt overzicht over het geheel en bewaakt vanuit een onafhankelijke rol de voortgang. Ook is de procesregisseur verantwoordelijk voor het samenbrengen van partijen en voor heldere afspraken over de regie en de uitvoering.
    Vaak wordt deze rol in domeinoverstijgende samenwerkingsverbanden ingekleed als kwartiermaker of project/programmaleider. Idealiter is dit iemand vanuit een van de eigen organisaties. De persoon kent over het algemeen de samenwerking en bijbehorende partijen het beste. Weten hoe de hazen lopen geeft een grote meerwaarde. Echter, is het wel van belang dat de persoon een onafhankelijke rol kan innemen. Of dit mogelijk is hangt af van de samenwerking. Als bijvoorbeeld de relatie onder spanning staat, is dit lastig. Het is essentieel dat alle samenwerkingspartners die opdrachtgever zijn van de regisseur, betrokken zijn bij de aanstelling en erachter staan.
  • Planning als backbone van de samenwerking: naast de planning van alle acties en doelstellingen, raden we ook aan een jaarcyclus te maken van alle ontmoetingen en overleggen. Om de voortgang erin te houden helpt het als er verbinding ontstaat tussen de regioafspraken en de interne vergadercyclus. Zo borg je dat er vanuit de samenwerkingsverbanden tegelijkertijd naar de individuele organisaties wordt gecommuniceerd en het in de juiste volgorde bij de juiste gremia komt. Plan de bijeenkomsten altijd tijdig in. Vooral bestuurlijke agenda’s zijn vol en hoe langer je wacht, hoe moeilijker het wordt om betrokkenen tegelijkertijd aan tafel te krijgen.

Samenwerken kost tijd
Wij zien dat er soms beknibbeld wordt op ontmoetingen. Dat maakt dat een agenda vaak functioneel wordt opgesteld en alleen het hoognodige wordt besproken. Een zorgvuldig proces vraagt meer tijd en dat brengt je verder. Zoek in de bijeenkomsten altijd naar de optimale balans tussen de hoeveelheid afstemmingsmomenten. Wie moeten wanneer erbij zijn? De omvang van het IZA vraagt niet om een doorgeschoten vergadercultuur, maar om een actiecultuur die we ons soms nog eigen moeten maken.

Van proces en planning naar actieplan
Vaak vraagt een goed proces – heel simpel – om een actieplan. Echter, de hoeveelheid aan acties vanuit het IZA vraagt voor veel organisaties eerder om een masteractieplan. Elke IZA-tafel kent z’n eigen acties. Ons advies is om een zo overzichtelijk mogelijk actieplan te maken van waaruit alle organisaties kunnen werken en bijwerken. Een voorbeeld van een handige manier om de actielijst vorm te geven is een Gantt Chart. Zowel de acties als de voortgang zijn simpel te volgen. Een voorbeeld en een template van een Gantt Chart zijn gratis te downloaden: Eenvoudig Gantt-diagram. In iedere volgende bijeenkomst kan de Gantt Chart het leidende agendapunt zijn om de actie en de status te bespreken. Zo houd je zicht op de totaliteit van alle acties.

Deze manier van werken leent zich ook om het totale overzicht aan acties voor een individuele organisatie inzichtelijk te maken. Een enkele organisatie zit in diverse samenwerkingsverbanden en tafels rondom het IZA. Op deze manier kan je op de verschillende tabbladen het totale overzicht creëren van alle acties. En zo op organisatieniveau sturen en monitoren. Dit is relevant voor het beleid binnen de eigen organisatie en biedt handvaten ter input van de Mid-Term review van het IZA in juni 2024.

Een goed proces vraagt – heel simpel – om een actieplan

Wat zijn de verschillen  tussen evaluatie en monitoring?

  • Monitoring: het systematisch meten van de daadwerkelijke voortgang van de resultaten. Het analyseren van de verschillen tussen deze werkelijkheid en de geplande voortgang en resultaten horen hier ook bij. Dit gebeurt op vaste momenten. Het bespreken van de actielijst in de Gantt-diagram is een voorbeeld.
  • Evalueren: het beoordelen van het ontwerp, de implementatie en het resultaat. Evalueren is gericht op het naar boven halen van verbeteringen in het proces. Voor de verbetering van het proces is het waardevol om een paar keer per jaar op vaste momenten een evaluatie te organiseren.

Het monitoren en evalueren hebben verschillende doelen zoals: het verantwoorden van de voortgang en het stimuleren van de betrokkenen, het borgen van resultaten en afspraken, leren en verbeteren. Toch is dit in de praktijk vaak ingewikkeld en kost het energie. Je moet tijd investeren om onder andere alle meetindicatoren te monitoren en dashboards in te stellen. Daarnaast geven resultaten op papier niet altijd de juiste weergave van hoe we iets in de praktijk ervaren. Het evalueren en monitoren op zowel inhoud- als procesniveau helpen je om tot gedragen resultaten te komen. Het geeft een gezamenlijk beeld van zaken die goed lopen of zaken waarover je in gesprek kan.

Procesinformatie voor het vervolg
Uitkomsten van monitoring en evaluatie zijn ingrediënten voor het vervolgproces. Zorgvisie meldde in januari 2023 al dat zes van de twaalf IZA doelen niet gereed zouden zijn volgens afspraak. In de praktijk zien wij dit ook op kleinere schaal. Een aantal regio’s heeft voor de deadline het regiobeeld en plan af en een aantal regio’s haalt de deadline niet. Is dit erg? Nee! Het monitoren en evalueren van de procesafspraken geven namelijk veel informatie. Voor het regiobeeld bijvoorbeeld zien we dat niet alle regio’s gewend zijn om op zorgkantoorniveau met elkaar samen te werken. Er gaat meer aandacht zitten in het versterken van de relaties en het maken van afspraken dan vooraf gedacht. Dit is relevante procesinformatie voor het vervolg. Het zorgvuldig doorlopen van de (proces)stappen draagt bij aan het uiteindelijke doel, namelijk het leveren van zorg die van goede kwaliteit is en toegankelijk voor iedereen die het nodig heeft.

Laatste artikel in de IZA-reeks
Dit is onze laatste bijdrage in een reeks over samenwerken binnen het IZA, het Integraal Zorgakkoord. Als je in de samenwerking vragen hebt of ergens tegenaan loopt, bezoek onze website of ons Samenwerkingslab. Je kan er veel achtergrondinformatie vinden over wat je tegenkomt als je samenwerkt, maar ook bruikbare tools.

Heb je vragen of opmerkingen, schroom niet om contact met ons op te nemen.

Meer weten over samenwerken in de zorg?

Carolien Fledderus adviseur Common Eye zorgsector

Wil je eens verder praten over deze blog?

Linda Klont

“Samenwerken: van witte raaf tot noodzakelijk managementrepertoire”

Leren samenwerken - Condities creëren voor kansrijke samenwerking

In 2011 geschreven, in 2012 verschenen, in 2013 Managementboek van het Jaar: ‘Leren samenwerken in organisaties’. In 2023 is het tijd voor een geheel herziene uitgave: ‘Leren samenwerken - Condities creëren voor kansrijke samenwerking’ door Edwin Kaats en Wilfrid Opheij. Aan Wilfrid stellen we een aantal vragen. Waarom is het tijd voor een nieuwe uitgave en wat is er anders en vernieuwend?

In 2013 was het niet voor niets Managementboek van het Jaar. Samenwerken was toen al een actueel onderwerp. Wat is er veranderd in de afgelopen jaren?
“Zo’n boek schrijf je niet in een jaar. In het eerste boek van 2012 staan onze kennis en inzichten van die jaren ervoor. Voor ons is het dus nog langer geleden. Toen we het destijds schreven was samenwerken ‘de witte raaf’. Er gebeurde veel op het gebied van samenwerken maar het was ook een uitzondering. Bij management en besturen ging het vooral om je eigen organisatie. Inmiddels is samenwerken meer gemeengoed geworden. Complexe vraagstukken kun je niet oplossen zonder samenwerken. En je moet beseffen dat als iets vaker voorkomt, dat het daardoor niet beter of makkelijker gaat. Actuele inzichten en kennis blijven noodzakelijk.”

Veranderende denkwijzen en perspectieven
“Iets anders is dat de wetenschap destijds erg beïnvloed werd door de Angelsaksische inzichten en denkwijzen, waarbij de financiële en transactionele belangen voorop stonden. Nu denken we veel meer vanuit wederzijdse afhankelijkheid en het maatschappelijke perspectief met een bredere blik op motieven en belangen. Welke concepten en modellen zijn dan bruikbaar. Ik sprak laatst met een bestuurder en toezichthouder met ruim 40 jaar ervaring in de zorg. Bij hem viel het volgende kwartje. Hij vertelde dat het in het begin van zijn carrière vooral ging over fuseren en groter worden. De 20 jaar daarna draaide het om marktwerking en concurrentie. En nu ziet hij wezenlijk wat veranderen in het strategisch denken: hoe en met wie kunnen samenwerken om onze maatschappelijke rol goed te kunnen vervullen? Hij gaf aan dat wij destijds vroeg waren met onze denkwijze en dat het nu in het hart van de discussie zit. Dat vond ik mooi om te horen. Het gaat dan niet over modes of hypes, maar over onderliggende collectieve denkpatronen en de strategische agenda.”

Wat zijn de grootste wijzigingen van het nieuwe boek?
“Destijds plaatsten we de samenwerking op zich helemaal centraal. Nu geven we meer aandacht aan de context van een samenwerking. Wat zijn maatschappelijke vraagstukken? Hoe zit het met de machtsverhoudingen in de context? Welke schaal doet er eigenlijk toe? Wat is de politieke context? Ook denken we meer vanuit het netwerk en het ecosysteem. Vanuit de samenhang tussen verschillende organisaties en mensen en de wederzijdse afhankelijkheid.

Daarnaast maken we nu een verschil tussen een samenwerkingstafel met maximaal circa zes of zeven vertegenwoordigers van diverse organisaties, en een opgavenetwerk met soms wel meer dan 100 partijen. Je kan je voorstellen dat het functioneren van en de besluitvorming bij een opgavenetwerk totaal anders zijn. De condities voor samenwerken zijn altijd aan de orde, ze vormen een soort anatomie, maar we laten zien dat de uitwerking voor beide typen samenwerkingsverbanden anders is.”

Wilfrid Opheij Common Eye
Wilfrid Opheij

De nieuwe titel is ‘Leren samenwerken’. De vorige titel was ‘Leren samenwerken tussen organisaties’. Waarom is dat?
“Het eerste boek is geschreven vanuit de gedachte van samenwerkingsverbanden tussen organisaties. In de loop van de jaren ontdekten we dat onze condities en principes ook goed bruikbaar zijn voor samenwerkingen binnen een organisatie. We kregen onder andere van een grote verzekeraar, een jeugdzorgorganisatie en een scholengemeenschap de vraag om hun interne samenwerking tussen verschillende afdelingen te begeleiden. Ook dan werkt het gedachtegoed goed als bril om naar de werkelijkheid te kijken.

Meer en meer is samenwerken een fenomeen. Niet langer de organisatie staat centraal, maar het samenwerkingsverband. Hoe doen we als organisatie ons werk goed in steeds meer  samenwerkingsverbanden? Dat doen we door te denken vanuit het netwerk. Naast de organisatie wordt ook het netwerk het organiseerplatform van de toekomst. ”

“We zien het als groot onderhoud op het samenwerkingsdenken. En al is het boek bijna af, ons denken is nooit klaar”

Hoe is de verdeling tussen jou en Edwin in het schrijfproces?
“Omdat Edwin en ik al vanaf 2004 samen schrijven, hebben we inmiddels veel ervaring. Bij dit nieuwe boek was de nieuwe inhoudsopgave de basis. Vorig jaar zomer hebben we die tot op paragraafniveau uitgewerkt. Op basis daarvan verdeelden we de hoofdstukken. Ieder kiest de onderwerpen die het beste bij hem passen. En heb je dat deel zo goed mogelijk ingevuld? Dan geef je het hoofdstuk aan de ander die het vervolgens aanvult. Zo wordt het steeds beter en vul je elkaar aan. Regelmatig kwamen we bij elkaar om de inhoud van een hoofdstuk of de epiloog te bepalen, zodat we beiden weer verder kon.”

Dit jaar bestaat Common Eye 10 jaar. Zie je daar parallellen met het nieuwe boek?
“Die 10 jaar heeft er indirect wel mee te maken. Het boek is voor een belangrijk deel de conceptuele basis van Common Eye. Natuurlijk willen we niet dat die basis verouderd raakt. Een geheel herzien boek was een logische stap. We zien het als groot onderhoud op het samenwerkingsdenken. En al is het boek dan bijna af, ons denken is nooit klaar. Met de het denken over opgavenetwerken voeg je echt wat toe. En het boek van Manon en Edwin over ‘Samenwerken aan maatschappelijke opgaves’ is een grote stap voorwaarts. Daaraan hebben we veel gehad om ook dit boek te kunnen vernieuwen.”

Leren Samenwerken - voor kansrijke samenwerkingen

Leren samenwerken – Condities creëren voor kansrijke samenwerking

Edwin Kaats | Wilfrid Opheij

Bestel hier een exemplaar.

 

Impact maken in je netwerk? Het Netwerkmodel helpt

Wat verbindt ons in een samenwerking in een netwerk? Steeds gaan we op zoek naar de juiste positie, de juiste handeling en de goede interactie. Dat doe je door netwerken te bekijken vanuit verschillende invalshoeken. Deze invalshoeken noemen we bouwstenen die we weergeven in ons Netwerkmodel. Ze geven taal aan de werking van een netwerk en bieden je als deelnemende partij de mogelijkheid om invloed uit te oefenen in het netwerk.

Wat verbindt ons in een netwerk of samenwerkingsverband? Hebben we een sterke inhoudelijk overeenkomstige vraag, of is het meer dat we dingen met elkaar gemeen hebben en mogelijkheden zien voor een samenwerking? Andere vragen zijn: willen we alles samendoen of is het prima als alle partners niet altijd mee doen? En wat moeten we organiseren? Houden we veel open of hebben we behoefte aan strakke, duidelijke afspraken?
We bekijken een netwerk vanuit verschillende invalshoeken ofwel bouwstenen. We gaan in op de vier bouwstenen van het Netwerkmodel. Hiermee heb je als deelnemer de mogelijkheid om in samenspraak met andere deelnemers impact te maken in je netwerk. Doel is het vergroten van de vitaliteit en effectiviteit van het netwerk of samenwerkingsverband.

Netwerkmodel

Actor: wie doen er mee?
De eerste bouwsteen is de actor. Actoren zijn de deelnemers aan het netwerk. Een netwerk bestaat uit een verbond van verschillende mensen en/of hun organisaties. Soms participeren mensen op persoonlijke titel, soms nemen zij deel aan het netwerk namens een organisatie of achterban. De interactie tussen deze actoren vormt het cement van het netwerk, creëert identiteit, geeft betekenis en leidt tot relevante resultaten.

Deelname aan een netwerk is niet alleen een kwestie van wel of niet meedoen. Er zijn namelijk grote verschillen in de mate van betrokkenheid en diverse rollen. Hoe actoren meedoen, is afhankelijk van hun belangen en kenmerken. Actoren hebben min of meer stabiele rollen, maar ze kunnen naar verloop van tijd ook een andere rol gaan innemen. Immers: belangen, kenmerken en contexten veranderen voortdurend.

Identiteit: wat verbindt ons?
Identiteit is de tweede bouwsteen. Mensen en organisaties verbinden zich met elkaar in een netwerk. Ze creëren daarmee een identiteit. En op haar beurt is die identiteit wat het netwerk positioneert en anderen weer aantrekt. Mensen en organisaties nemen deel aan netwerken omdat ze zich ermee willen en kunnen identificeren, en zich verbinden met elkaar. Het gaat om de relatie. Ze voelen zich betrokken bij de opgave, het ideaal of de doelen van een netwerk, onderschrijven de noodzaak van dat netwerk of voelen zich verwant met de professionele identiteit en de waarden en normen van een netwerk. De opgave waaraan deelnemers willen werken is belangrijk.

De identiteit is het resultaat van gedrag van deelnemers aan het netwerk en hun onderlinge afspraken. Ook bepaalt het wie er bij het netwerk aansluiten, welke spelregels gelden en hoe het netwerk opereert en zich organiseert. Voor elke professional die een netwerk wil vormen of beïnvloeden, is de speurtocht naar de identiteit van het netwerk – het hart van het netwerk – een belangrijke stap. Wat verbindt ons?

De identiteit bepaalt wie zich bij een netwerk aansluiten, welke spelregels gelden en hoe het netwerk opereert en zich organiseert

Ambities: wat doen we met elkaar?
De derde bouwsteen, ambities, laat zien wat de actoren met elkaar willen doen of realiseren. Belangrijke vraag is: aan welke betekenisvolle ambities willen we samenwerken en in welke coalities? Wie doen wat? En wat doen we dan? Het kunnen ambities zijn waar alle actoren in het netwerk een bijdrage aan leveren, maar dat is niet noodzakelijk. Het is de kunst om met elkaar te komen tot vitale coalities rond de voor de partijen in het netwerk echt betekenisvolle vraagstukken. Dat kunnen ook deelverzamelingen zijn van de deelnemende actoren. De kracht van het netwerk is dat we werk kunnen verdelen en in coalities tegelijkertijd veel werk kunnen verzetten, veel kennis kunnen ontwikkelen en delen. Actoren kunnen samen tot herkenbare en tastbare resultaten komen, maar het kan ook gaan om bijvoorbeeld initiatieven voor het delen van kennis.

Fundament: hoe richten we het netwerk in?
De vierde bouwsteen is het fundament: hoe richten we het netwerk in? Een bouwsteen die draait om het verenigen van het netwerk om zo te komen tot een fundament voor het geheel. Dat doe je onder meer door het maken van spelregels. Met spelregels leggen de deelnemers aan elkaar uit hoe zij met elkaar wensen om te gaan. De spelregels kunnen soms heel impliciet zijn, maar ze zijn er altijd. Spelregels ontwikkel je samen en hangen sterk samen met de identiteit van het netwerk. Ook is passend leiderschap een belangrijk onderdeel van het fundament. Let wel, dit is geen hiërarchische vorm van leiderschap, maar gedeeld leiderschap binnen het netwerk. Het gaat erom dat verbindingen tot stand komen die het netwerk bijeenhouden en verder brengen. Dat kunnen personen zijn, maar ook een groep of een organisatie binnen het netwerk. Tenslotte heeft een netwerk ook een bepaalde vorm of infrastructuur. Denk aan de coördinatie- en overlegstructuren en benodigde middelen.

In het boek ‘Organiseren in en met netwerken’ worden de vier genoemde bouwstenen van het Netwerkmodel verder uitgewerkt.

Hoe zet je een organisatie voor een samenwerking op touw?

Handreiking 6 voor betere samenwerking in het IZA

Binnen het IZA (het Integraal Zorgakkoord) is het belangrijk dat een samenwerking goed wordt georganiseerd. Maar hoe doe je dat en waar moet je op letten? In dit artikel gaan we in op hoe je een samenwerking kan organiseren. Wat zijn aandachtspunten bij het opstellen van spelregels? Het procesmodel kan helpen bij de organisatie. Ben je inmiddels al een flinke stap verder in de samenwerking? Dan zijn de handreikingen ook bruikbaar voor de evaluatie.

Zoals we wel vaker schrijven is samenwerken niet altijd leuk. Elkaar goed (leren) kennen helpt. Een volgende voorwaarde voor een succesvolle samenwerking is een goede organisatie. Welke vorm past het best bij de gezamenlijke doelen? Welke afspraken moet je maken en zijn deze formeel of informeel. Wie beslist wat? En hoe ga je om met je achterban? We gaan in op hoe je een samenwerking kan organiseren en waarop je kan letten bij het opstellen van spelregels. We maken onderscheid tussen spelregels over het proces en spelregels over gedrag.

Betekenis organiseren
Laten we bij het begin beginnen, wat is organiseren?

De Dikke van Dale stelt:

or·ga·ni·se·ren
1 regelen, inrichten: het verzet organiseren(van werknemers) zich organiseren vakbonden vormen
2 op touw zetten

Kortom: het op touw zetten van een samenwerking. Hoe doe je dit en hoe doe je dit goed? Het simpele antwoord is: een goede organisatie past bij de inhoud en ambitie van de samenwerking. Ieder samenwerkingsverband moet je goed en professioneel organiseren. Zowel de juridische vorm, de organisatorische inrichting als een goede besturing verdienen allemaal aandacht. Maar hoe doe je dat? In het IZA staat voor veel samenwerkingsverbanden de inhoud al vast. Het praten over hoe de organisatie van de samenwerking eruit ziet, zal in het proces snel op de agenda staan.

In één van de eerste IZA-handreikingen schreven wij er al over hoe je het gesprek vanuit je eigen organisatie alvast kan voorbereiden: Klaar voor de start: bepaal de samenwerkingsvorm. Specifiek zijn we in een vervolgblog ingegaan op de vorm ‘transactionele samenwerking’, want de meeste IZA- samenwerkingsverbanden hebben een transactionele grondvorm. In het artikel Eerste Hulp Bij Opstarten van een transactionele samenwerking lees je hoe vervolgens de samenwerking kan organiseren.

Hoe goed je elkaar al kent of hoe vrijblijvend de samenwerking ook is, spelregels zijn een minimale basis om een samenwerking te organiseren. 

Hoe organiseer je de organisatie goed?
Het organiseren van een samenwerking hangt samen met veel onderwerpen zoals de ambitie, partijen aan tafel, de vorm en de afspraken. Diverse onderwerpen waarvan de uitwerking in verschillende fasen plaatsvindt. Voor een integrale aanpak kan je kiezen voor het procesmodel. Dit model (zie Samenwerkingslab) helpt je om stap voor stap te werken aan de organisatie van de samenwerking. Ook helpt het om je samenwerking te evalueren door terug te kijken op de verschillende fases.

  • Verkennen: dit gaat over de verkenning van de huidige situatie van de eigen organisatie, een verkenning van mogelijke partners in de regio en daarbuiten, en vervolgens een gezamenlijke verkenning van de opgave: wat hebben wij met elkaar te doen? Na de verkenning weten we waarover het gaat en wie meedoen.
  • Richten: met elkaar gaan we op zoek naar een antwoord op de gezamenlijke opgave. Daarbij gaan de partners met elkaar in gesprek over belangen om te komen tot een gezamenlijke ambitie die recht doet aan maatschappelijke belangen en belangen van partners. Na de ambitie worden uitgangspunten geformuleerd die richting geven voor de gewenste vorm en ontwikkeling van het samenwerken.
  • Inrichten: aan de hand van de uitgangspunten zoeken we naar een passende vorm van samenwerken. Vervolgens zal deze ontworpen en verder uitgewerkt moeten worden en vindt implementatie plaats.
  • Aan de slag: als partners gaan we met elkaar aan de slag om te werken aan het realiseren van de gezamenlijke ambitie. Voor een blijvende goede samenwerking is aandacht voor reflectie en vitaliteit cruciaal. Dat vraagt periodieke aandacht en investeren in elkaar en het samenwerken. 

Voor een vitale samenwerking is het belangrijk dat de partners periodiek verkennen: past de samenwerking nog steeds bij onze startpunten, zijn we nog steeds de juiste partners en zetten we stappen op de gezamenlijke opgave? Dat kan er vervolgens toe leiden dat alle stappen – wellicht versneld – weer opnieuw doorlopen worden met dezelfde en/of met (een) andere partner(s). Na bijna een jaar IZA kan dit het een mooi moment zijn om hiermee aan de slag te gaan. 

Aandachtspunten, tips en spelregels
Waar begin je met een goede organisatie? En waar let je op? De kunst is om deze vragen vanuit het gezamenlijke te benaderen. Bekijk het Procesmodel met mogelijke belemmeringen en valkuilen per processtap (figuur 1).

Procesmodel Common Eye met belemmeringen en valkuilen per fase

Hoe goed je elkaar al kent of hoe vrijblijvend de samenwerking ook is, spelregels zijn een minimale basis om een samenwerking te organiseren. Spelregels geven duidelijkheid, structuur en houvast voor alle deelnemende partijen. Ook zijn spelregels vaak een middel om de onderlinge aanspreekcultuur te vergemakkelijken. Hieronder staan acht stappen om de spelregels op te stellen:

  • Identificeer de belangrijkste gebieden: denk na over de belangrijkste aspecten van de samenwerking waar spelregels nodig zijn. Dit heeft bijvoorbeeld betrekking op communicatie, besturing, besluitvorming, verantwoordelijkheden, financiën, deadlines, vertrouwelijkheid en conflictoplossing. In het geval van samenwerking binnen het IZA adviseren wij te allen tijde afspraken te maken over minimaal de onderwerpen financiën en communicatie. Wie spreekt wanneer met welke partij(en) en brengt wie wanneer op de hoogte? Eenduidige berichtgeving en communicatiemomenten zijn zeker voor omvangrijke samenwerkingen van bijvoorbeeld grote transformaties belangrijk.
  • Betrek alle betrokken partijen: zorg ervoor dat alle relevante partijen zijn betrokken bij het opstellen van de spelregels, ongeacht de grootte van een partij. Dit zorgt voor een breed draagvlak waarbij iedereen zich gehoord en verbonden voelt.
  • Definieer de doelen: bepaal de overkoepelende doelen van het samenwerkingsverband. Dit helpt bij het bepalen van de spelregels en zorgt ervoor dat ze in lijn zijn met de visie en missie van de samenwerking.
  • Maak regels meetbaar en haalbaar: formuleer de spelregels zo dat ze meetbaar en haalbaar zijn. Zorg ervoor dat ze specifiek genoeg zijn, zodat ze kunnen worden gevolgd en geëvalueerd en ze duidelijk zijn voor nieuwe deelnemers.
  • Zorg voor flexibiliteit: hoewel spelregels belangrijk zijn, is het ook belangrijk om flexibiliteit in te bouwen om te kunnen inspelen op veranderende omstandigheden zoals de toetreding van nieuwe samenwerkingspartners. Sta open voor aanpassingen en herzieningen als dat noodzakelijk is voor de samenwerking. Echter, vaak is het uitgangspunt dat bij toetreding van een samenwerking de nieuwe partij zich conformeert aan de spelregels en dat bij de jaarlijkse evaluatie doelen herzien worden. Dit is een spelregel die vastgelegd kan worden.
  • Communiceer en leg de regels vast: zorg ervoor dat de spelregels toegankelijk zijn en duidelijk worden gecommuniceerd naar alle betrokkenen. Documenteer de regels in een samenwerkingsovereenkomst, handboek of een vergelijkbaar document.
  • Regelmatige evaluatie en herziening: spelregels moeten we regelmatig evalueren en indien nodig herzien. Dit kan tijdens vergaderingen of op geplande evaluatiemomenten om ervoor te zorgen dat de regels nog steeds relevant en effectief zijn. Doe het minimaal één keer per jaar.

Besturing en governance
Besturing en governance is een belangrijk organisatieonderdeel van een samenwerking. Een goed werkende governance is hét vliegwiel voor succes. Hieronder vier tips om dit onderdeel goed te organiseren.

  • Inrichten van de structuur: bepaal gezamenlijk de structuur van de samenwerking via de governance, het bekende ‘harkje’. Geef ook werkgroepen in deze governance een plek. Zorg dat het harkje voor alle deelnemende partijen representatief is. Vul per onderdeel van het harkje aan:
    1. Wie hebben er zitting?
    2. Wat zijn hun taken?
    3. Wat zijn hun bevoegdheden?
    4. Wat zijn hun verantwoordelijkheden?
  • Besluitvorming: in het kader van het IZA zal vaak sprake zijn van gelijkwaardigheid, dus geen hiërarchie. Definieer duidelijke besluitvormingsprocessen die gebaseerd zijn op gelijkwaardigheid en consensus. Dit houdt bijvoorbeeld in dat alle partijen een gelijke stem hebben of dat we besluiten nemen op basis van overeenstemming tussen alle betrokkenen. Zorg ervoor dat deze processen transparant en inclusief zijn.
  • Communicatie: zorg voor een effectieve communicatiestructuur binnen de samenwerking, waarbij je een open en transparante communicatie stimuleert. Dit kan onder meer door het regelmatig organiseren van vergaderingen, het ontwikkelen van communicatiekanalen en het delen van relevante informatie, inclusief de afspraken wie wat wanneer doet.
  • Evalueren en aanpassen: regelmatige evaluatie (minimaal eenmaal per jaar) van de governance- en besturingsstructuur is essentieel. Monitor de effectiviteit van de samenwerking, identificeer uitdagingen en kansen, en pas de structuur indien nodig aan. Het is belangrijk om een leercultuur te bevorderen en voortdurend te streven naar verbetering.
Figuur 2. (Juridische) samenwerkingsvormen

Geef de samenwerking vorm
Tot slot: hoe geef je samenwerking (juridisch) vorm? Een passende organisatievorm sluit een-op-een aan op de gezamenlijke ambitie en is ‘zo licht’ mogelijk georganiseerd. Dat geeft de meeste flexibiliteit in het vervolgproces. Regelmatig krijgen we de vraag: ‘wij willen graag fuseren; kunnen jullie daarbij helpen?’. Hierin wordt de vorm voor de inhoud gezet. Wij bewandelen het pad graag andersom: begin bij de inhoud en organiseer daarna de vorm. In het kader van het IZA kennen veel samenwerkingsverbanden een lichte besturingsvorm en een smalle scope. Een taskforce, of samenwerkingstafel zal meestal volstaan. Een set aan spelregels kan ook voldoende zijn.

Figuur 2 laat zien wanneer welke samenwerkingsvorm gewenst is.

Slotartikel: evaluatie
In ons volgende en laatste artikel nemen wij je mee in het organiseren van een goed proces. We spreken vaak over over ‘evalueren’ of ‘monitoren’. Maar hoe doe je dit? Wanneer doe je dit en met wie? In het slotartikel lichten we toe welke ingrediënten minimaal een plek moeten krijgen in het procesontwerp van je samenwerking.

Meer weten over samenwerken in de zorg?

Carolien Fledderus adviseur Common Eye zorgsector

Wil je eens verder praten over deze blog?

Linda Klont

Top 5 artikelen samenwerken eerste halfjaar

Het eerste halfjaar van 2023 is alweer ruimschoots voorbij. Welke inhoudelijke artikelen of blogs van Common Eye werden het meest bekeken op LinkedIn? Heb jij misschien wat gemist? Bekijk onze top 5 van artikelen: een variatie aan onderwerpen maar altijd met de rode draad van samenwerken en samenwerkingsverbanden. Lees de uitgebreide artikelen of download de publicaties.

1. Samenwerken aan maatschappelijke opgaven

Manon de Caluwé en Edwin Kaats leggen de laatste hand aan het nieuwe boek ‘Samenwerken aan maatschappelijke opgaven’. Manon vertelt in een blog over de totstandkoming van het boek en het schrijfproces. Bij elkaar hebben ze er zo’n vijf jaar aan gewerkt; een resultaat van een hele reis. Waarom heeft dit boek bij Manon en Edwin een mindshift gebracht?
Ps. het boek verschijnt in de loop van september.

2. Schaalverwarring, wat is dat?

In discussies over regionale samenwerkingen en netwerken in zorg en welzijn spelen schaalkeuzes altijd een rol. Vaak is het een ingewikkelde zoektocht. Vilans schreef samen met Common Eye een publicatie die het bestuurlijke gesprek over schaal en meerschaligheid faciliteert. Op zoek naar ‘schaalverhalen’ zijn we met 10 bestuurders in gesprek gegaan. Zij deelden hun verhalen over situaties, gesprekken, keuzes en dilemma’s in schaalkeuzes. De publicatie biedt hulp bij het maken van schaalkeuzes.

3. Ecosysteemperspectief: waardecreatie door samenspel

Steeds meer bestuurders zien de relevantie om vanuit het ecosysteemperspectief vorm te geven aan hun strategie en organisatie. Zij beschouwen hun organisatie als onderdeel van een geheel dat in en door samenspel met anderen waarde creëert. Tibor van Bekkum schreef het artikel ‘Ecosysteemperspectief: waardecreatie door samenspel’ dat is gepubliceerd in Holland Management Review (HMR), januari-maart 2023.

4. Dilemma’s en aandachtspunten van toezicht in en op netwerken

Domein overstijgend en regionaal samenwerken is meer en meer de manier om de toegang tot de zorg te waarborgen. Samenwerken staat vaker op de strategische agenda. Dit vraagt wat van het toezicht en bestuur van zorg- en welzijnsorganisaties. Wat is de rol van de toezichthouder bij strategische samenwerkingen in netwerken? Waar begint en waar eindigt toezicht over grote samenwerkingsverbanden? Vilans, Levinas Governance Instituut en Common Eye zijn samen het initiatief ‘Een goed gesprek over toezicht op netwerken’ gestart met een publicatie als resultaat.

5. Samenwerking effectiever maken

Het adviesvak blijft zich ontwikkelen. Zo zijn samenwerkingen niet meer weg te denken. De redactie van het magazine van de Ooa vroeg Edwin Kaats en Manon de Caluwé naar hun visie op het vak van samenwerken, netwerken en ecosystemen. Hoe zien zij het samenwerkingsvak de komende jaren ontwikkelen en welke gevolgen heeft het voor het adviesvak? Edwin en Manon schreven een artikel in het magazine Aan de Orde over een nieuwe fase met andere uitdagingen voor adviseurs.

Wil je meer lezen over samenwerkingen, netwerken en samenwerkingsverbanden? Neem ook eens een kijkje in ons Samenwerkingslab.

 

Sabya van Elswijk versterkt team adviseurs

Sabya van Elswijk is bij ons begonnen als adviseur. Sinds een aantal jaren is ze onder andere actief als regisseur van grotere regionale samenwerkingsverbanden op het gebied van zorginnovatie, arbeidsmarkt en onderwijs. Met deze ervaring is zij een prachtige aanvulling op ons team.

Ze heeft een groot vermogen voor het zien en verwoorden van meerdere perspectieven op een gezamenlijke opgave. Sabya vertelt: “In veel situaties word ik gezien als het creatieve brein en daarmee bied ik opdrachtgevers verschillende mogelijkheden voor hun vraagstuk. Ik kan snel schakelen tussen een samenwerking op bestuurlijk niveau en de effecten in de praktijk.”

Lees meer over Sabya’s ervaring, manier van werken en ambities.

Een kop koffie drinken met Sabya?

Stuur haar een mail.

5 vragen aan Sophie van der Spek

Wie zijn toch de mensen achter ons bureau? Ditmaal stellen we een aantal vragen aan Sophie van der Spek, sinds 2020 werkzaam bij Common Eye. Gevormd in de wereld van de kunsten, film- en muziekwetenschap, ziet Sophie duidelijke parallellen tussen muziek en samenwerken. Zowel in haar werk als in de muziek houdt ze zich bezig met de vraag hoe je samen iets moois kunt creëren. “Het begint met luisteren naar elkaar. Vanuit de bereidheid om naar een ander te luisteren, kun je afstemmen op de gevoelens die spelen”, vertelt Sophie.

Circa 10 jaar zit Sophie in het adviesvak. Ze is vooral actief in het sociaal domein. “In deze sector gaat het echt over ons als mensen”, vertelt ze. “Hoe we er voor elkaar kunnen zijn en hoe we dat samen organiseren. Ik zie veel mensen vastlopen in het systeem en dat gaat me aan het hart. Het doet pijn dat we zo graag willen bijdragen aan het leven van mensen die het zwaar hebben, maar dat vaak elke aanpak of elk programma maar één puzzelstuk in handen heeft. De realiteit is dat we elkaar nodig hebben om steeds een stapje verder te komen, en dat is zoeken. Ik breng graag energie en richting in die zoektocht.”

De gemene deler in haar werk is mét de opdrachtgever een ambitie bereiken. Sophie zet mensen aan het denken vanuit haar enthousiaste nieuwsgierigheid naar de opgave. Soms in één dag, bijvoorbeeld als dagvoorzitter. Maar vaker in de rol van procesbegeleider om met de betrokkenen stappen te zetten van ideeën naar een gezamenlijke ambitie.”

Wat spreekt jou aan in samenwerken?
“De energie die je krijgt als je met mensen iets tot stand brengt. In je eentje is het overzichtelijk en veilig. In een samenwerking gebeurt altijd wel iets omdat niemand hetzelfde is. Mijn streven is dat we de verschillen tussen mensen goed benutten. Elke stem heeft waarde, brengt een eigen perspectief in. Lukt het om die perspectieven bij elkaar te brengen, dan kun je samen iets creëren dat je nooit alleen had gekund. Soms gaat dat in een goede flow en soms is het heel moeilijk, omdat het ook kwetsbaarheid vraagt. Maar hoe dan ook: je hoeft het niet alleen te doen. Hier zie ik een parallel tussen het samenwerken en ‘de inhoud’ van de opgaven in het sociaal domein.”

Sophie Hoogeboom
Sophie van der Spek

Waar sta jij voor in je werk als adviseur?
“Elk vraagstuk bekijk ik vanuit diegenen voor wie we het doen: mensen die ondersteuning, hulp of zorg nodig hebben. Wat hebben zij aan ons werk? Maar ook: hoe kunnen we hun ervaring en kennis benutten in de samenwerking? In het verhaal van de mensen om wie het gaat vind je een schat aan informatie. Mijn ervaring is dat in die informatie de sleutel ligt om als samenwerkende organisaties werkelijk impact te kunnen maken. In ons vak zie je dat we ons vooral richten op de georganiseerde wereld, op de professionals en de bestuurders die verantwoordelijk zijn voor de werking van het systeem. Maar het systeem is groter dan de organisaties. Het systeem is de hele samenleving. Ik vraag me steeds vaker af of het niet meer impact heeft om de focus te leggen op de samenwerking tussen mensen onderling. Hoe kunnen we elkaar als mensen helpen als we er ruimte en aandacht voor zouden organiseren?” 

Waar liggen volgens jou de grootste uitdagingen in samenwerkingen?
“Het boven tafel krijgen van de pijn rond een maatschappelijke opgave, de emotie. Voor mij ligt daar de parallel met muziek. Muziek raakt als het emotie oproept. Daarvoor moet je gevoel in de muziek leggen. In een samenwerking is dat ook zo. We moeten ervoor waken dat we blijven hangen in de ratio. Dat zie je vaak bij complexe problemen. We willen ergens vat op krijgen, en dan maken we een analytisch overzicht van wat er gebeurt. Maar alleen als het een verhaal is met gevoel, wat duidelijk maakt waaróm het zo belangrijk is om actie te ondernemen, dan gaat het leven en is verandering mogelijk. We kunnen meer doen met ons gevoel, ook om meer begrip te krijgen voor elkaars standpunten. De onderstroom geeft inzicht in de gevoelens onder tafel. De opleiding groepsdynamiek die ik heb gevolgd heeft mij hierin opnieuw bevestigd.”

“Elk vraagstuk bekijk ik vanuit diegenen voor wie we het doen: mensen
die ondersteuning, hulp of zorg nodig hebben”

Kun je iets vertellen over het belang van communicatie binnen een samenwerking?
“Taal is enorm belangrijk. Een woord kan het verschil maken of je harder gaat lopen voor iets, of er geen zin in hebt. Neem bijvoorbeeld de woorden ‘ontwikkelbijeenkomst’ of ‘vergadering’… Waar ga jij liever naartoe? Soms is nieuwe taal of een nieuw verhaal nodig om verder te komen. Ik ben er trots op dat we in een opdracht voor de VNG zijn uitgekomen op drie grootste opgaven van het sociaal domein die in samenhang moeten worden opgepakt: het herstellen van bestaanszekerheid, het vergroten van kansengelijkheid en het makkelijker maken van gezond leven. Die opgaven zijn door tientallen gemeenten overgenomen om richting te bepalen in hun lokale beleid.”

Ook hier legt Sophie weer een link naar de muziek. Ze wijst erop dat veel begrippen over succesvol samenwerken verwijzen naar de muziek. Denk aan een akkoord, een programma, resoneren en samenspel. Sophie werkt er graag aan mee dat meer samenwerkingen gaan ‘grooven. “Er zijn heldere voorwaarden waar je naar kunt streven voor een goede samenwerking. Ik zou willen dat veel meer mensen hier inzicht in hebben. In die zin voel ik me een soort ambassadeur van het gedachtegoed van Common Eye.”

Vertel iets over jezelf wat (bijna) niemand weet.
“Veel mensen weten denk ik wel dat ik met veel plezier vioolspeel. Naast viool speel ik ook altviool en sinds kort piano. En ik zing graag de tweede stem. Ik hoef niet zozeer de eerste viool te spelen, ook niet in mijn werk. Iets buiten de muziek? Ik ben toerfietser. Drie maanden lang heb ik door Europa gefietst, door de Alpen naar de Balkan. Met dezelfde fiets ga ik nu regelmatig naar kantoor.”

Meer weten over Sophie? Lees dan dit interview met haar.

Nieuwe collega: Niels Koperberg

Niels Koperberg maakt sinds kort deel uit van ons team. En daar zijn wij erg blij mee! Niels is adviseur en coach.

Hij gelooft erin dat een succesvolle samenwerking gebaseerd is op openheid, eerlijkheid en respectvolle interactie. Dat vraagt om een eerlijk gesprek. Niels wil daarbij graag ondersteunen, adviseren en coachen.

Hoewel zijn roots in de infrastructuur liggen, vindt hij andere sectoren zoals het sociaal domein, onderwijs en de zorg, ook zeer interessant.
“Mijn nieuwsgierigheid, het vermogen om de juiste vragen te stellen en te luisteren zonder oordeel, stellen me in staat mensen te helpen om samen vooruitgang te boeken”, vertelt Niels. Lees meer over zijn aanpak.

Uitgebreider kennismaken met Niels?

Stuur een mail naar Niels.

Proscoop gaat pilot aan met de Samenwerking.app

Elisabeth Floor: “Het is een kwalitatieve evaluatie om het goede gesprek aan te gaan”

Een (netwerk)samenwerking evalueren kan op vele verschillende manieren. Gevolg: iedere keer nieuwe vragen opstellen, iedere keer opnieuw het wiel uitvinden. Dit was ook de ervaring van Proscoop. Deze regionale ondersteuningsstructuur (ROS) besloot een pilot aan te gaan met de Samenwerking.app van Common Eye om de evaluaties meer te stroomlijnen, waardoor ze minder tijd kosten. De eerste resultaten zijn veelbelovend. In gesprek met adviseur Elisabeth Floor van Proscoop die de pilot heeft begeleid.

Proscoop is de regionale ondersteuningsstructuur (ROS) in Noordoost-Nederland voor goede zorg en gezondheid dichtbij. Proscoop is maatschappelijk gedreven en organiseert de samenwerking tussen partijen met de burgers als uitgangspunt. Elisabeth Floor is adviseur Drenthe en Flevoland en houdt zich onder andere bezig met de procesbegeleiding van beleidsgroepen integrale ouderenzorg. Zij vertelt over de aanpak van de pilot met de Samenwerking.app.

Behoefte aan helpende tool
Proscoop begeleidt verschillende samenwerkingen in de regio. Deze samenwerkingsverbanden of netwerken wil je regelmatig evalueren en iedere keer kost dat tijd. Telkens moet je bijvoorbeeld opnieuw bepalen welke vragen je gaat stellen, aan wie en of je een indeling in sectoren maakt. Elisabeth vertelt: “Er was dus best behoefte aan een eenduidige manier van evalueren. Een collega binnen de organisatie had een demonstratie gezien van de Samenwerking.app en dat was de aanleiding voor een pilot. Het voordeel is dat wij ook werken vanuit het samenwerkingsmodel van Common Eye. Op basis van de vijf samenwerkingscondities legt de Samenwerking.app een aantal stellingen voor. Dit sluit dus goed aan op onze werkwijze.”

Elisabeth Floor

Aanpak
De organisatie pakte de pilot slim en efficiënt aan. Voor vijf verschillende lokale zorgnetwerken in Drenthe werd de pilot op dezelfde manier ingezet. Per netwerk was er een evaluatiebijeenkomst waarbij circa 10 betrokkenen aanwezig waren. De deelnemers kwamen uit verschillende sectoren (zoals huisartsenzorg, gemeenten, vvt, welzijn en eventueel inwoners) en per sector werd de groep bevraagd. In een ontspannen sfeer werd ter plekke gevraagd om de evaluatie in te vullen via een smartphone of laptop. Daarna werd gezamenlijk gegeten en aansluitend was de presentatie van de uitkomsten met daarbij het groepsgesprek.

Elisabeth: “Het was erg prettig dat we direct het gesprek konden aangaan op basis van de resultaten per samenwerkingsconditie. Tijdens de bijeenkomst werden goede vragen gesteld, zoals waarom zitten we hier eigenlijk met elkaar? En klopt onze gezamenlijke ambitie nog altijd? In de app kun je aanvullende opmerkingen geven waarop je kan voortborduren tijdens het gesprek. De deelnemers ervaarden het als prettig om uit de waan van de dag hierover van gedachten te wisselen.”

“Dit snijdt hout. Door het beperkte aantal antwoordmogelijkheden creëer je geen schijnnauwkeurigheid.”

Uitproberen en testen
Op welke zaken heeft Proscoop gelet bij de evaluatie van de pilot? Elisabeth: “Van tevoren hadden we geen uitgebreid meetplan bepaald. Uitproberen en testen was het motto. Wat zien we gebeuren tijdens het testen? Wel vonden we een aantal uitgangspunten belangrijk. We keken onder meer naar de gebruikersvriendelijkheid en het gebruiksgemak voor de deelnemers, en die zijn dik in orde. De Samenwerking.app vergt even wat voorbereiding, maar dankzij de heldere handleiding is dat goed te doen. Bijvoorbeeld denk je na over de verdeling, zoals wij het per sector deden. Ook vinden we de look and feel belangrijk. De app is overzichtelijk en heeft een frisse moderne uitstraling. Heel praktisch is dat je de uitkomsten direct ziet en kan tonen aan de groep. Daardoor is het iets van elkaar samen!”

Een ander voordeel vindt ze dat je zelf een evaluatie kan aanmaken, zonder hulp van een externe. De stellingen zijn concreet genoeg en op vele (samenwerkings)fronten toepasbaar. “Dit snijdt hout. Door het beperkte aantal antwoordmogelijkheden creëer je geen schijnnauwkeurigheid.”
Elisabeth ziet nog wel een verbeterpunt: de dia’s met resultaten kun je niet exporteren naar een rapport of presentatie. Die moet je knippen en plakken. Dat kan beter vindt ze.

Reacties
De reacties van de deelnemers aan de evaluaties zijn positief. Het heeft vast ook te maken met de aanpak van Proscoop en de fysieke bijeenkomsten, maar de meesten ervaren het als prettig om uit de waan van de dag te praten over de samenwerking. Het gebruik van de app scheelt tijd en men waardeert de heldere uitstraling. “Het oog wil ook wat.”
Een treffende uitspraak van een deelnemer: ‘Het geeft inzicht om met elkaar het gesprek aan te gaan, maar het is geen tool voor harde monitoring. Het kan wel goed als evaluatietool worden ingezet.’ Elisabeth vult aan: “De score is eigenlijk niet eens het belangrijkste. Het is een kwalitatieve evaluatie waardoor je met elkaar in gesprek kan gaan.”

Hoe nu verder?
Proscoop gaat door met de Samenwerking.app. Elisabeth: “We willen ernaar toewerken dat dit de standaardtool wordt om iedere samenwerking te evalueren. Je kan de app ook meerdere keren, in verschillende stadia van de samenwerking, toepassen. Hoe en of dat werkt, moeten we nog ervaren.”

samenwerking.app Common Eye Proscoop
Voorbeeld van resultaten na een evaluatie

Nodige communicatie
Het is een uitdaging dat de mensen ermee gaan werken. “Er zijn 1001 tools die je kan inzetten. Hoe stimuleer je het gebruik en hoe zorg je ervoor dat onze mensen de app kennen? Dat vraagt de nodige communicatie. Iemand van Common Eye gaat in ieder geval een intern webinar geven over het gebruik van de tool”, vertelt Elisabeth. Ook zijn er ideeën om het extern te gaan communiceren. “Wil je het goede gesprek over een samenwerking aangaan, dan kun je bij ons aankloppen. Maar dat moet nog uitgewerkt worden.” Het begint met goede interne communicatie en het maken van afspraken.

Tekst: door Monique Krol

Is na het lezen van dit artikel jouw interesse gewekt in deze evaluatietool? Lees meer over de Samenwerkings.app.

Uitbreiding team met Joost Smit

Joost Smit is onlangs als adviseur bij ons begonnen en is al enigszins ingeburgerd. Wij zijn maar wat blij met de komst van van Joost. Hij heeft zijn sporen in het vak van samenwerken verdiend.

De afgelopen jaren was Joost bestuurder en toezichthouder in de ouderenzorg, de GGZ en de eerste lijn. In de advieswereld kan hij al zijn ervaringen goed benutten. Samen iets bereiken, dat vindt Joost het mooie aan samenwerkingen. Hij is altijd benieuwd naar wat een samenwerking oplevert, in de brede zin van het woord.

Meer weten van Joost? Maak kennis met hem en lees hoe hij aankijkt tegen samenwerken.

Kop koffie drinken met Joost?

De koffie staat klaar!